Het plaatje:

De hemel is het schedeldak van de oerreus Ýmir. Deze wordt getorst door vier dwergen: Oosten, Westen, Noorden en Zuiden. De bergen zijn gemaakt uit de beenderen van Ýmir. De zeeën en rivieren zijn bloedrood. Zij zijn gemaakt van Ýmir's bloed.

In het midden van de aarde staan drie Ásen: Óðinn, Vílir en Vé. Zij hebben de oude oerreus gedood. Óðinn draagt een speer, Vílir (Wil) een zwaard en Vé (wee, smart, heiligdom) een strijdbijl. De wapens druipen van het bloed.

Uitleg:

De 0 van drinkhoorns toont Jörd (Moeder Aarde) uit wie wij zijn voortgekomen. Jörd is onze grote moeder. De 0 van zwaarden toont ons de hemelvader, of wat er nog van over is. Ýmir was de hemelvader. Zijn schedel is het dak van Sterrenhal. De sterren zijn lampen, die Óðinn ontstoken heeft.

Het grote verschil tussen de germaanse mythologie enerzijds en de joods-christelijke mythologie anderzijds zit vooral in de slachting van Ýmir. De Joden en Christenen gedragen zich als brave vaderskindjes, die hun ouders eren ongeacht wat zij doen. "Eert uw vader en moeder" zeggen zij en handelen daar naar. Bij de Germanen hadden de kinderen dezelfde rechten als de volwassenen, en daar handelden zij naar. Toen de oervader Ýmir zich te tiranniek gedroeg, kwamen Óðinn, Vílir en Vé in opstand en rekenden zij genadeloos af met de oude oerreus. En zo rekenden de Germanen ook af met leiders, die niet functioneerden. Als een koning drie jaar lang tegenspoed had, werd hij opgehangen als offer aan Óðinn. Dan nam een ander zijn plaats in. Op die manier voorkwamen de Germanen extreme vormen van machtsmisbruik, zoals we kennen van egyptische farao's, romeinse keizers, joodse priesters en vooral van de rooms-katholieke kerk en de middeleeuwse vorsten.

TRANCE-FORMATIE:

Een TRANCE-FORMATIE over deze Rune kun je vinden op de CD Runentarot 7, De Zwaarden.