TRANCE-FORMATIE 1:
De Zeewerelden

In de eerste TRANCE-FORMATIE maken we een astrale reis door de Zeewerelden, de werelden van Vanaheimar.

Hier ontmoeten we de zee-elfen, de lichtelfen en de goden en godinnen van de zee. We gaan eerst naar Mímir, de wijze zeereus. Dan gaan we naar Njördr, de vader van de godin Freya en haar broer Freyr. Daarna komen we bij Sága, de minnares van Óðinn. Vervolgens gaan we naar Gimlé, waar de elf Bláin een huis heeft gesneden van een enorm stuk bergkristal. Dan betreden we Álfheimr, het huis der elfen. Daar wonen Freyr en Álf-rödul. We duiken onder in Ran, de zee van mildheid, en maken kennis met Ægir de zeekoning en zijn dochter Ran. Dan gaan we naar Wolund, de elvensmid. We dalen af in een diepe afgrond en ontmoeten Eir. Zij schenkt ons water uit Byrgir, de genezende bron. Dan komen we in Ljós-álfar-gardr, de gaarde der lichtelfen. Daar danst Alwis in het maanlicht. We gaan naar Folkvangardr. Daar worden we ontvangen door Freya, de godin der liefde, in een zilveren rijtuig getrokken door twee katten. Als laatste ontmoeten we Dáin de oude, in de zee van wijsheid. En als we al deze mythische wezens ontmoet hebben, duiken we terug in de aardse zee, de baarmoeder van Moeder Aarde. We rijzen op uit deze zee en herboren gaan we aan land.

TRANCE-FORMATIE 2:
De Vrijen

In de tweede TRANCE-FORMATIE begin je als knecht in een familie van vrije mensen.

Dan ontwikkel je je achtereenvolgens tot vrij mens, tot leider, tot krijger en tenslotte tot Áas.

De Áas van de vrijen is Thór. Thór is ook de Áas van de donder, van de boeren en van de vruchtbaarheid. Als Ása Thór keer je terug naar de mensen en je zorgt voor vruchtbaarheid, geweldige oogsten, geluk en voorspoed. Als iemand tegenspoed heeft, vraagt hij/zij om jouw zegen. En na een woord van jou verandert alle tegenspoed in voorspoed. Want jij bent Thór, de Áas van de vrijen.